Katten zijn fascinerende en mysterieuze wezens die al eeuwenlang de mensheid betoveren met hun charmante persoonlijkheid en eigenaardige gewoonten. Of je nu een trotse katteneigenaar bent of gewoon gefascineerd bent door deze prachtige huisdieren, één ding is zeker: katten hebben een schat aan bijzondere gewoontes die ons keer op keer verbazen en intrigeren. In dit artikel gaan we dieper in op enkele van de meest opvallende en onverwachte gewoonten van katten, en verkennen we de redenen achter hun gedrag.
Katten komen bijna altijd op hun pootjes terecht als ze vallen. Katten zullen niet twijfelen om te springen als ze ergens op af rennen. Hun reflexen zorgen ervoor dat ze tijdens het vallen hun pootjes naar beneden richten. Als ze achterover vallen draait eerst de voorhand om waarna de achterhand automatisch volgt. Ze landen met een gebolde rug. Deze bolling vangt de klap van het landen op en veert licht mee. Ook de poten veren mee, waardoor ze vele meters naar beneden kunnen vallen zonder er iets aan over te houden. Helaas gaat het niet altijd goed, maar katten hebben een grote kans om van grote hoogten te overleven. Dit alles door hun bijzonder flexibele lichaam. Dit is niet alleen een erg bijzondere, maar ook bijzonder handige kattengewoonte.
Katten kunnen op de meeste gekke plaatsen en in vreemde houdingen slapen. Ze kunnen zelfs in een boom slapen, net als leeuwen en andere katachtigen. Door hun flexibele lichaam en hun meesterlijke evenwicht kunnen ze met gemak slapen in een boom. Want ja, waarom zou je dat niet doen als je toch op je pootjes terechtkomt? In Nederland is het slapen in bomen een bijzondere gewoonte van katten. Onze huiskatten klimmen vaak tijdens het spelen in bomen, maar ze hebben een veilig thuis waar ze hun dutje kunnen doen.
Katten hebben als bijzondere gewoonte dat je ze voorzichtig moet benaderen. Als je een kat wil aanraken, aaien of gewoon naar hem toe wil lopen om ernaast te gaan zitten, let er dan op dat je de kat niet aanstaart. Aanstaren is voor een kat bedreigend. Als je de kat aan blijft staren, zal hij meestal snel weg rennen. Katten kijken elkaar alleen lang aan als ze de ander willen intimideren of er een ruig spel aan komt.
Om je kat een goed gevoel van vertrouwen te geven is het belangrijk om veel te knipperen of je ogen dicht te knijpen, het liefst iets langer dan gewoonlijk. Met een beetje geluk kopieert je kat deze gewoonte. Dit is een teken van genegenheid. Kort wegkijken tussendoor is ook goed, want zo heeft de kat niet het idee dat je het op hem gemunt hebt.
Ieder levend wezen heeft water nodig om te overleven. Katten natuurlijk ook, maar ze drinken op een bijzondere manier. Op de tong van een kat zitten een soort zachte haakjes. Je kan het ook vergelijken met klittenband. De tong voelt daardoor ook ruw aan. Als een kat drink legt hij zijn tong op het water, in plaats van erin, waarbij het water tussen de haakjes loopt. Op het moment dat de kat zijn tong intrekt blijft het water tussen die ‘haakjes’ zitten waardoor hij zijn vocht binnenkrijgt.
Dit is niet zozeer een bijzondere kattengewoonte, maar vooral een bijzonder kattenontwerp. De haakjes hebben namelijk nog een functie. Katten zijn namelijk erg schone dieren en wassen zichzelf meerdere keren op een dag. Als er ook maar een beetje vuil op hun vacht zit beginnen ze meteen met een schoonmaakronde. De ruwe tong komt daarbij goed van pas, daarmee is namelijk makkelijk het vuil of water dat op de vacht zit te verwijderen.
Tijdens het wassen kammen ze met hun ruwe tong ook meteen hun haren, waarbij ze loszittende vacht verwijderen en hun vacht mooi houden.
Katten zijn echte jagers. Het verschilt per ras hoeveel drang ze hebben om te jagen, maar in iedere kat schuilt een jager. Van nature zijn ze gericht op snel bewegende of plots opduikende voorwerpen. Bepaalde geluiden, zoals piepen, vinden ze vaak ook erg aantrekkelijk. Geur speelt hierin ook een belangrijke rol, de geur van een muis of vogel zal ze gehaaider maken dan een kattenspeeltje.
Het jachtinstinct wil niet zeggen dat ze hun prooi altijd willen opeten. De drang heeft vaak met spel en beweging te maken en niet zozeer met honger. Maar waarom brengen ze hun prooi dan mee naar huis? In het wild is het laten zien van hun prooi bedoeld als jachtles aan de jonge katjes. Een kat ziet zijn baasjes als een soort van familie omdat we met ze samenleven. De kat wil zijn prooi aan je laten zien, omdat het een bijzondere kattengewoonte is om een prooi aan zijn familie te laten zien.
Bijna alle katachtige zijn solitaire dieren en hebben hun eigen territorium. Doordat de kat gedomesticeerd is, is hun gedrag daarin anders dan hun katachtige soortgenoten. Zo groeien sommige kittens op tussen meerdere volwassen katten, wat anders niet het geval zou zijn. Als ze van jongs af aan bij andere sociale katten in huis opgroeien, leren katten om samen te leven. Deze bijzondere kattengewoonte is dus aangeleerd en komt in de natuur niet zo snel voor. Ze leren dan dat ze wat aan elkaar kunnen hebben, bijvoorbeeld door met elkaar te spelen of samen te slapen. Als katten zich vervelen als ze alleen zijn dan is een kattenmaatje de ultieme uitkomst.
Dat sommige katten helemaal niet met andere katten overweg kunnen, heeft alles te maken met hun genen en hun opvoeding. Als ze niet anders gewend zijn of als hun ‘solitaire genen’ heel sterk zijn, dan is de goede bedoeling van de baas om er een maatje bij te nemen geen succes.
Een tweede kat of kitten nemen, wanneer je een wat oudere kat in huis hebt, kan een goed idee zijn. Zeker als ze altijd gewend zijn aan een maatje in huis. Neem het karakter van je kat in overweging. Ziet je kat buiten weleens andere katten? Kijk dan goed hoe hij daar op reageert? Of hoe reageert hij op andere dieren die hij ziet? Als je kat altijd direct vijandig reageert, is de kans klein dat een tweede kat geen goed idee is. Maar als hij erg geïnteresseerd en op een rustige manier reageert dan zouden ze zomaar ontzettend goede maatjes kunnen worden.
Een hond en kat die samen opgroeien gaat vaak erg goed, ondanks dat een kat een solitair dier is. Het leervermogen van honden en katten is erg groot, dus ze leren elkaars lichaamstaal te herkennen naarmate ze langer bij elkaar zijn. Zo leren ze elkaars stemmingen en bedoelingen te lezen, waardoor ze kunnen reageren op elkaar. Een hond en een kat kunnen dan zelfs lekker samen spelen.
Als je een oudere hond of kat hebt en je wilt daar een maatje bij van een andere diersoort, kijk dan goed naar het karakter van je kat. Eigenlijk net zoals je dat moet doen als je een tweede kat in huis neemt. Katten zijn ware gewoontedieren en kunnen ook dit leren. Hoe meer je kat gewend is om met andere diersoorten om te gaan, hoe makkelijker het meestal gaat om opnieuw een dier in zijn leefomgeving te introduceren. Is jouw kat geen andere diersoorten gewend en wordt hij al kwaad als hij achter het raam een hond ziet lopen, dan is het helaas geen goed idee.
Als je een oudere hond en een oudere kat voor het eerst samen zet, laat ze dan de eerste dagen niet alleen. Een gevecht tussen deze twee dieren kan ernstig aflopen. Dus hou het beter veilig vooraf, dan spijt achteraf.
Je zult versteld staan van de buitengewone eigenschappen en gewoonte die katten tot zulke boeiende en gezellige maatjes maken. Wij delen graag een aantal interessante weetjes over onze favoriete kattenvriendjes:
Advies nodig? Of graag je huidige voeding(schema) bespreken? Stel je vraag of vraag een adviesgesprek aan op onze website.