‘Veulenbekken’ of ‘tandenklapperen’ zie je voornamelijk bij veulens en jonge paarden. Hierbij maakt het veulen of jonge paard een kauwende beweging waarbij hij zijn mondhoeken naar achteren trekt en meestal de voortanden te zien zijn. De oren staan op zo’n moment enigszins naar voren. Het jonge paard zal zijn hals strekken richting het paard dat dominant gedrag vertoont. Hij toont hiermee dat hij onderdanig is en probeert met dit gedrag de boel te kalmeren zodat een beet of trap van een ander paard achterwegen blijft.
Paarden die elkaar niet helemaal vertrouwen zullen elkaar niet recht van voren benaderen. In het geval van ‘veulenbekken’ zal het veulen of jonge paard het andere paard daarom ook niet recht van voren benaderen. Alleen paarden die elkaar goed genoeg kennen en elkaar tolereren zullen elkaar op een rustige manier recht van voren kunnen benaderen. Paarden die de aanval op elkaar inzetten zullen elkaar ook recht van voren kunnen benaderen maar dan niet op een vriendelijke manier.
Om even bij stil te staan: Mensen maken vaak de fout om recht op de voorkant van een paard af te lopen. De meeste paarden (die veel in de hand geweest zijn) zullen dit ‘mensen gedrag’ wel gewend zijn. Echter kan je hele jonge of onbekende paarden beter vanaf de zijkant en in de richting van de hals of schouder benaderen. Veulens kunnen ook ‘veulenbekken’ naar mensen. Aai ze dan niet direct over de voorkant van het hoofd, maar vanaf de zijkant benaderen geeft ook dan een veiliger gevoel voor het jonge paard.
